Tweetalig onderwijs is een enorme verrijking voor de taalontwikkeling van kinderen, toch is dat niet voor álle kinderen een juiste keuze. Kinderen zijn geen sponzen die alles wat ze horen opnemen en op een willekeurig moment kunnen reproduceren. Het leren van een tweede taal is hard werken! Dat doen we samen, de ouders thuis en wij op school. Ook thuis extra oefenen met lezen, voorlezen en met elkaar in gesprek zijn en zo bijvoorbeeld de woordenschat te vergroten is voor kinderen een groot voordeel.
Uit onderzoek weten we dat het belangrijk is voor kinderen om één taal op academisch niveau te beheersen. Met academisch niveau bedoelen we dat taal kunnen lezen, schrijven, praten en denken over leerinhouden en alle woordenschat die daarbij hoort. Ideaal gezien is dit dezelfde taal als er thuis gesproken wordt.
Als er thuis een andere taal gesproken wordt, is het prima mogelijk om op school een nieuwe taal te leren. Op onze tweetalige stroom wordt er in zowel Nederlands als Engels geleerd. Als echter nog geen van beide talen stevig is ontwikkeld dan wordt het een extra grote uitdaging om het gewenste niveau te kunnen bereiken.